Het vonnis heeft betrekking op de zaak waarbij politieagent R. Vos betrokken was, die werd aangeklaagd en veroordeeld voor zijn deelname aan de zaak.
De verdachten, geïdentificeerd aan de hand van hun initialen R.P.L., B.L.R.K., N.E.A.G., en N.M.Q.C.d.A., werden beschuldigd van het opzettelijk schenden van vertrouwelijke informatie waartoe zij toegang hadden door hun verbinding met de openbare functionaris, die verplicht was deze informatie vertrouwelijk te houden, tussen januari 2021 en 22 maart 2023. Ze werden beschuldigd van deelname aan een organisatie, bestaande uit een of meerdere personen, die misdaden pleegde zoals de corruptie van een openbaar functionaris, omkoping, machtsmisbruik en schending van officiële werkgeheimen.
De advocaat van drie van de verdachten, Doris Canwood, legde in haar persverklaring uit dat, wat betreft de beschuldigingen van omkoping, drie van de verdachten schuldig werden bevonden. Wat betreft de beschuldiging van deelname aan een criminele organisatie werden alle vier de verdachten echter vrijgesproken, aangezien de rechtbank onvoldoende bewijs vond om hen van deze daad te beschuldigen. Alle vier de verdachten werden echter schuldig bevonden aan het schenden van het officiële geheim van een politieagent.
De rechtbank stelde vast dat deze journalisten gedurende meer dan twee jaar toegang hadden tot de communicatie van de mobiele telefoons van de Politie van Aruba. Deze toegang werd mogelijk gemaakt met de hulp van de betreffende politieagent, die de verbinding tussen de telefoons van de journalisten en hun laptops faciliteerde. Hierdoor werd het beroepsgeheim geschonden, aangezien de journalisten toegang kregen tot vertrouwelijke politie-informatie.
De rechtbank stelde vast dat, gedurende dezelfde periode, drie van de journalisten de politieagent geschenken gaven en beloftes maakten, waarmee zij hem omkochten.
De politie-informatie die via mobiele telefoons wordt gedeeld, is vertrouwelijk en uitsluitend bestemd voor geautoriseerde ontvangers. Als deze informatie in handen komt van onbevoegde personen, schendt dit de privacy van burgers en kan het leiden tot gevaarlijke of ongewenste situaties. Om deze reden is dergelijke informatie vertrouwelijk en alleen toegankelijk voor politieagenten.
Advocaat Canwood benadrukte dat de door de rechtbank opgelegde straffen veel minder zwaar waren dan wat de aanklager had gevraagd. Dit was het gevolg van het feit dat de rechter rekening hield met de persoonlijke omstandigheden en rollen van de verschillende verdachten.
Wat betreft de verdachten R.P.L. en N.E.A.G., beide werden veroordeeld tot 240 uur maatschappelijke dienstverlening en 12 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf, met een proeftijd van 3 jaar. De verdediging legde uit dat als zij gedurende de 3-jarige proeftijd opnieuw strafbare feiten begaan, ze een aanvullende 12 maanden gevangenisstraf kunnen krijgen.
In het geval van verdachte B.L.R.K. werd hij veroordeeld tot 150 uur maatschappelijke dienstverlening, drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf, met een proeftijd van 3 jaar. Aangezien B.L.R.K. nu in Nederland woont, legde zijn advocaat uit dat hij afspraken heeft met Reclassering (de Nederlandse reclasseringsdienst). Wanneer de straf onvoorwaardelijk wordt, kan hij contact opnemen met Reclassering in Nederland, die hem verder zal begeleiden.
Verdachte N.M.Q.C.d.A. ontving de zwaarste straf van allemaal. Vanwege zijn betrokkenheid bij een soortgelijke zaak eerder, werd hij veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, wat betekent dat hij minstens zes maanden gevangenisstraf moet uitzitten. Dit is vooral relevant omdat het incident in kwestie slechts twee maanden na het einde van zijn proeftijd voor de vorige zaak plaatsvond.
Advocaat Canwood merkte ook op dat het verzoek van de aanklager om N.M.Q.C.d.A. in detentie te nemen, werd afgewezen. De rechter legde uit dat de reden hiervoor was dat N.M.Q.C.d.A. nog nooit eerder was gedetineerd en dat er geen belangrijke waarde was in het voor de tweede keer detineren van hem. Bovendien hield de rechter rekening met de tijd die was verstreken tussen het incident en de beslissing van de rechtbank.
Wat betreft de mogelijkheid van een beroep, gaf de advocaat aan dat ze eerst met hun cliënten moeten overleggen om te zien of ze in beroep willen gaan. Op dit moment is de beslissing over of de verdachten in beroep gaan nog niet genomen. Zowel het Openbaar Ministerie (OM) als de verdachten hebben een termijn van twee weken om een mogelijk beroep in te dienen.
Een van de argumenten die door de verdediging werd gepresenteerd, was dat journalisten de vrijheid hebben om nieuws te verzamelen, inclusief de informatie die de verdachten via de mobiele telefoon hadden verkregen. De rechter verklaarde in zijn uitspraak dat hij het eens is met dit argument en benadrukte dat het een belangrijk recht is dat moet worden beschermd en gerespecteerd.
De rechter benadrukte echter dat dit recht niet onbeperkt is. Hij legde uit dat het wordt begrensd door het strafrecht en de regelgeving die zorgvuldigheid voorschrijft. Dit betekent dat journalisten geen strafbare feiten mogen plegen om informatie te verkrijgen, wat precies het geval was in deze zaak—de verdachten pleegden strafbare feiten om toegang te krijgen tot vertrouwelijke informatie.
Ondertussen werd agent Vos op 8 december 2023 veroordeeld tot 16 maanden gevangenisstraf, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, voor verduistering, schending van officiële geheimen, misbruik van zijn positie en omkoping in verband met journalisten. Daarnaast werd hij voor een periode van 3 jaar verboden om als politieagent te werken. Het Openbaar Ministerie heeft tegen deze straf beroep aangetekend.