De Nederlandse minister van Defensie, Ruben Brekelmans, is op Aruba als onderdeel van zijn eerste officiële bezoek aan de Caribische eilanden. Zijn bezoek begon op Curaçao op maandag 6 januari, gevolgd door Aruba de volgende twee dagen, en eindigt op Sint Maarten. Tijdens zijn bezoek aan de Marinierskazerne in Savaneta hield hij een persmoment waarin hij vragen beantwoordde over onder andere de samenwerking tussen Aruba en Nederland op het gebied van defensie.
De minister legde uit dat hij tijdens zijn verblijf op Aruba eerst een bezoek bracht aan de Marinierskazerne in Savaneta en met verschillende personen sprak over prioritaire onderwerpen. Vandaag heeft de minister van Defensie een ontmoeting gehad met de gouverneur van Aruba, Zijne Excellentie Alfonso Boekhoudt, demissionair minister-president Evelyn Wever-Croes en demissionair minister van Justitie, Rocco Tjon, om te spreken over de samenwerking tussen Nederland en Aruba, de bestaande dreigingen, geopolitieke spanningen en het belangrijke werk op het gebied van drugs- en mensensmokkel. Ook werd het onderwerp van militaire bijstand door Nederland besproken, wat als zeer belangrijk wordt beschouwd.
Met betrekking tot de samenwerking tussen Nederland en Aruba gaf minister Brekelmans aan dat de samenwerking zeer goed verloopt. Hij vervolgde door te verklaren dat Nederland al vele jaren aanwezig is op Aruba via hun marinecommandanten en andere actieve militairen, en dat zij Aruba op verschillende manieren ondersteuning bieden.
Hij voegde daaraan toe dat er ook op het gebied van de Kustwacht een goede samenwerking bestaat en dat er intensief wordt gewerkt aan het bestrijden van drugs- en mensensmokkel. Hij benadrukte dat hij onder de indruk is van de hoeveelheden drugs die in beslag worden genomen, maar gaf ook aan dat de omvang van de drugsactiviteiten een zorgwekkend punt blijft. “Maar we weten hoe we grote hoeveelheden in beslag moeten nemen, en dat is precies wat ik zie als het resultaat van een goede samenwerking. Dat is erg positief,” aldus de minister.
Wat betreft investeringen in defensie verklaarde de minister dat Nederland in totaal 3 miljard extra investeert om te voldoen aan de NAVO-norm van 2% van het BBP. Daarnaast kijken zij wat nodig is voor bijvoorbeeld de verdediging tegen Rusland.
Hij vervolgde dat Nederland ook investeert in wat nodig is om het gehele Koninkrijk te beschermen, en daarom extra middelen vrijmaakt voor de marine. Hij gaf aan dat er nieuwe schepen worden aangeschaft, die ook in het Caribisch deel van het Koninkrijk zullen worden ingezet. Daarnaast benadrukte hij dat er 12 miljoen wordt geïnvesteerd in luchtverdediging en in de bestrijding van drugs.
Over de prioriteiten op het gebied van defensie verklaarde minister Brekelmans dat de prioriteiten blijven liggen bij de bestrijding van drugs- en mensensmokkel, aangezien deze activiteiten enorm omvangrijk zijn.
De minister noemde twee prioriteiten: de strijd tegen de smokkel en de toename van geopolitieke spanningen wereldwijd. Hij verwees hierbij naar de situatie in Venezuela, maar benadrukte dat er op dit moment geen directe of concrete dreiging vanuit Venezuela wordt waargenomen, waardoor paniek niet nodig is.
Hij onderstreepte dat Defensie altijd voorbereid moet zijn op verschillende scenario’s en daarom blijft investeren in luchtverdediging en maritieme activiteiten. “We willen ook laten zien dat we voorbereid zijn op diverse scenario’s,” voegde hij eraan toe. Hij wees erop dat deze week bijzonder is vanwege de inauguratie van Maduro. Hij benadrukte dat Maduro opnieuw de verkiezingen op een illegale manier heeft gemanipuleerd, iets wat Nederland en de Europese Unie opnieuw zullen veroordelen.
“Wij moeten waakzaam en alert blijven, en ons voorbereiden, maar er is geen reden voor paniek, omdat er momenteel geen acute noodsituatie, dreiging of agressie vanuit Venezuela is. Maar zoals ik eerder aangaf, je moet altijd voorbereid zijn op meerdere scenario’s,” aldus de minister van Defensie.
Met betrekking tot de uitdagingen waarmee Aruba te maken heeft op het gebied van defensie en justitie, zoals het personeelstekort bij de KPA (Korps Politie Aruba) en de situatie in de KIA (Korrektie Instituut Aruba), verklaarde de minister dat er uiteraard veel uitdagingen zijn en dat schaarste altijd een factor blijft. Om die reden, gaf hij aan, wordt er continu gekeken welke mensen en middelen beschikbaar zijn en hoe die ingezet kunnen worden.