AYDEN CJ LANOY ACCIDENTE MORTO

Op dinsdag vond een openbare vergadering plaats in het parlement van Aruba over de dodelijke schietpartij waarbij de politie een 19-jarige jongeman, A. Lanoy, neerschoot. Demissionair minister van Justitie, Rocco Tjon, als verantwoordelijke voor het ministerie van Justitie, beantwoordde vragen van parlementsleden over deze tragische gebeurtenis.

De minister benadrukte dat iedereen hetzelfde doel heeft: duidelijkheid krijgen over wat er precies is gebeurd. Hij verklaarde dat hij als minister niet kan speculeren en dat alle antwoorden gebaseerd moeten zijn op feiten en concrete informatie. Verschillende parlementsleden spraken over de schietpartij als een tragische en schokkende gebeurtenis, waarbij ze ook verwezen naar de angst, boosheid en wantrouwen onder de bevolking jegens de politie. Minister Tjon zei dat hij dit begrijpt, maar benadrukte dat het onderzoek niet beïnvloed mag worden en dat de resultaten voor een rechter of commissie moeten worden gepresenteerd, zodat eventuele aanbevelingen kunnen worden geïmplementeerd.

Onafhankelijk onderzoek door Landsrecherche

Een veelgestelde vraag was hoe men de transparantie van het onderzoek kan garanderen. Minister Tjon legde uit dat de zaak wordt onderzocht door de Landsrecherche, een onafhankelijk orgaan, onder toezicht van het Openbaar Ministerie. Dit betekent dat de politie zelf geen invloed heeft op het onderzoek.

Er werd ook gesproken over het gebruik van bodycams door de politie. Minister Tjon verklaarde dat dit project zich in de pilotfase bevindt en al door enkele politieagenten wordt getest. De resultaten zullen worden geëvalueerd voordat er een definitieve implementatie volgt. Hij herinnerde ook aan een eerdere zaak waarbij een politieagent werd doodgeschoten terwijl hij een bodycam droeg, en waarschuwde dat het gebruik van dergelijke camera’s niet alle problemen oplost.

Psychologische ondersteuning en protocollen

De minister werd ook gevraagd naar psychologische testen en mentale gezondheidszorg voor politieagenten. Hij verzekerde dat deze aspecten binnen het politiekorps worden behandeld en dat leidinggevenden verantwoordelijk zijn voor de begeleiding van agenten. Daarnaast is er sinds vorig jaar een goedgekeurd programma voor mentale gezondheid binnen de politie, dat oefeningen, trainingen en gesprekken met agenten omvat.

Parlementariër Otmar Oduber bracht naar voren dat in de Commissie Justitie werd beweerd dat er elke vijf jaar een soortgelijk incident plaatsvindt. Minister Tjon verduidelijkte dat sinds 2015 vier gevallen zijn geregistreerd waarin een agent zijn vuurwapen heeft gebruikt, en dat rechters deze incidenten als rechtmatig hebben beoordeeld.

Wat betreft de richtlijnen en protocollen bij politieoptreden, stelde de minister dat er procedures bestaan voor elk type situatie. Agenten hebben discretionaire bevoegdheid en moeten op basis van de wet beslissen hoe ze handelen in een bepaalde situatie. Daarnaast wees hij op bestaande wet- en regelgeving voor politieoptreden en de rechten van burgers.

Minister Tjon onderstreepte dat ook aan de slachtoffers en hun families aandacht wordt besteed. Het Bureau Slachtofferhulp biedt ondersteuning en in dit specifieke geval heeft de korpschef persoonlijk contact gehad met de familie van de overledene. Ook het Openbaar Ministerie houdt hen zo goed mogelijk op de hoogte van de ontwikkelingen in het onderzoek.

Status van het onderzoek

Op de vraag of de betrokken politieagenten als verdachten of als getuigen zijn gehoord, antwoordde de minister dat ze als verdachten zijn verhoord.

Wat betreft de duur van het onderzoek gaf minister Tjon aan dat het moeilijk is om hier een termijn aan te verbinden, aangezien verschillende factoren, zoals technisch bewijs dat naar het buitenland moet worden gestuurd, invloed hebben op de doorlooptijd. Hij verzekerde echter dat de zaak prioriteit heeft bij de Landsrecherche en het Openbaar Ministerie en dat het hier om een strafrechtelijk onderzoek gaat.

Personeelstekort binnen de politie

Het tekort aan politiepersoneel kwam ook ter sprake. Volgens minister Tjon kampt het korps met een personeelsdaling van ongeveer 40%, wat een grote uitdaging vormt. Ondanks dit tekort garandeerde hij dat de veiligheid van de burgers niet in gevaar komt.

Parlementsleden vroegen of Aruba regionale hulp kan inschakelen om dit tekort op te vangen. Minister Tjon antwoordde dat dit indien nodig gebeurt, op basis van bestaande overeenkomsten.