Kinderen in Aruba worden met veel uitdagingen geconfronteerd en geven zelf aan dat er druk staat op hun fysieke en mentale gezondheid. Dit blijkt uit het onderzoek Kwaliteit van het Leven van de Jeugd in Aruba, uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Sociale Zaken, Justitie en Onderwijs, als vervolg op een pilotonderzoek in 2019.
Een gerenommeerd team van onderzoekers voerde het onderzoek uit, bestaande uit professor Jan Hendriks van het Centrum tegen Criminaliteit van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU), universitair hoofddocent Annemarie Slotboom van de afdeling Strafrecht en Criminologie van de VU, en Dr. Paula Kibbelaar, die het kwalitatieve onderzoek leidde. Dr. Kibbelaar werkt aan het Instituto Pedagogico Arubano (IPA) en heeft ruime ervaring met onderzoek in Nederland, de Verenigde Staten, Curaçao en Aruba.
Het eerste onderzoek uit 2019 was een pilot, maar gaf al een beeld van het welzijn van kinderen in Aruba. Door de wereldwijde impact van de COVID-19-pandemie ontstond echter de behoefte aan een breder onderzoek naar welzijn en gezondheid, inclusief de gevolgen van de lockdown, isolatie en economische onzekerheid voor kinderen in Aruba.
Leerlingen uit groep 5 en 6 van bijna alle basisscholen (leeftijd 10 tot 14 jaar) in alle districten beantwoordden vragen over vier thema’s: school, thuissituatie, buurt en fysieke-mentale gezondheid (welzijn). Daarnaast werden schoolleiders, maatschappelijk werkers en zogenoemde IB’ers (gespecialiseerde docenten die kinderen met specifieke zorgbehoeften ondersteunen) geïnterviewd. Van elke basisschool, inclusief speciaal onderwijs, werden minimaal twee vertegenwoordigers bevraagd over dezelfde vier thema’s als de kinderen. Daarnaast namen ouders uit verschillende districten deel aan het onderzoek.
“We hebben vier tot zes ouders uit elk van de zes districten van Aruba kunnen laten deelnemen aan onze focusgroepen, zodat we inzicht kregen in hun ervaringen met scholen, thuissituaties, buurten en het welzijn van hun kinderen en hun vrienden,” aldus Dr. Kibbelaar.
Kibbelaar leidde het kwalitatieve onderzoek, waarin de gesprekken binnen de focusgroepen werden gevoerd, terwijl het kwantitatieve deel onder leiding stond van Hendriks en Slotboom van de VU, met ondersteuning van het IPA. Dit deel bestond uit een digitale enquête die door 2.600 kinderen tussen 2021 en 2023 werd ingevuld.
Belang van het onderzoek
Het is belangrijk om een goed beeld te krijgen van het welzijn van kinderen in Aruba, zodat er effectiever ingespeeld kan worden op hun behoeften. Daarom zou het ideaal zijn om het onderzoek regelmatig te herhalen om beter inzicht te krijgen in de ontwikkelingen van de jongste generatie op het eiland.
“Dat is de essentie van monitoring: beleid kan dan gebaseerd worden op correcte gegevens,” benadrukken de onderzoekers. “Op basis van data kan beter worden bepaald hoe het onderwijsbeleid eruit moet zien en welke opleidingen docenten bijvoorbeeld nodig hebben.”
Het zou goed zijn als Aruba structureel budget reserveert om het welzijn van de kinderen te blijven monitoren. Als Aruba daadwerkelijk een kenniseconomie en duurzame, inclusieve groei nastreeft waarin het welzijn van de gemeenschap centraal staat, “dan moeten we weten hoe het met de jeugd gaat.” Onderwijs vormt de basis van de samenleving, en de thuissituatie binnen de sociaal-economische context van Aruba is kwetsbaar.
Dit monitoringsonderzoek is uniek, omdat het de eerste keer is dat kinderen zelf betrokken zijn bij het verzamelen van data over hun levenskwaliteit. “Duurzame en evenwichtige ontwikkeling betekent dat beleid moet aansluiten op de actuele behoeften, zonder negatieve gevolgen voor de toekomstige generaties. Dit betekent dat iedereen een fatsoenlijk leven moet kunnen hebben.”
Vanuit deze visie willen de onderzoekers de kwaliteit van leven van jongeren in kaart brengen, in de context van een veilige school waar kinderen de begeleiding krijgen die ze nodig hebben en zich goed voelen. Hetzelfde geldt voor de buurten waarin kinderen wonen: “veiligheid, orde, hygiëne en infrastructuur zijn essentieel voor een goede levenskwaliteit.”
Dit betekent bijvoorbeeld dat de politie continu aanwezig moet zijn in de wijk en dat er gezonde naschoolse activiteiten moeten worden aangeboden. Hierin kunnen niet-gouvernementele organisaties een belangrijke rol spelen, zoals buurtcentra. Even belangrijk is de steun aan ouders in de opvoeding van hun kinderen.
“De helft van de gezinnen bestaat uit een alleenstaande ouder. In de meeste gevallen is dat de moeder, maar er zijn ook vaders die alleen voor hun kinderen zorgen. Er zijn veel migrantengezinnen die hun kinderen niet goed kunnen begeleiden in het onderwijs. Er zijn veel sociaal-economische problemen binnen huishoudens in Aruba, waarbij financiële uitdagingen, versterkt door de pandemie, een grote rol spelen.”
Al deze factoren hebben een emotionele impact op ouders, en kinderen ervaren dat ook. “Met andere woorden: om het welzijn van kinderen te verbeteren, moet er een ketensamenwerking zijn tussen sociale, justitiële en onderwijsinstanties,” aldus Dr. Kibbelaar tegenover Bon Dia Aruba.